Albert Starink - Helper van velen
'Moeder en Vader, dank voor alles wat jullie voor mij hebben gedaan. Als het mis gaat is het voor een goede zaak en wat komen moet is toch niet te ontgaan.'
Met dit briefje informeert Albert Starink uit Den Haag op 12 mei 1940 zijn ouders over wat mogelijk met hem gaat gebeuren. Hij is als diensplichtig militair gelegerd in een barak aan de Vredenhofse in het Rotterdamse Kralingen. Zijn compagnie weet te verhinderen dat Duitse troepen op de noordelijke Maasoever vaste voet aan de grond krijgen.
Na de capitulatie hervat hij zijn studie aan de Technische Hogeschool Delft. Als hij in augustus 1941 is afgestudeerd gaat hij werken bij het Laboratorium voor Grondmechanica in Delft. Hij woont dan aan de Phoenixstraat 52 en is getuige van de arrestatie van een aantal vrienden die actief zijn binnen het Delftse studentenverzet. Via een uitwisselingsprogramma vertrekt hij op 31 oktober 1942 naar het Belgische Gent. Dankzij de officiële reispapieren mag hij onbeperkt tussen Den Haag en Gent reizen. Vanaf 1 juni 1943 loopt hij stage bij de Société de l'Utilisation de la Précontraite, een instituut dat onderzoek verricht op het gebied van voorspanning van beton.
In Parijs logeert hij in de Rue le Goff 10, vlakbij het Pantheon. Hij komt er gemakkelijk aan levensmiddelenbonnen en heeft zelfs een 'Durchlass-schein' waarmee hij vrijelijk naar Nederland kan reizen. In Brussel neemt hij Rudi Hemmes en Bob Tusenius, met wie hij bij de Haagse voetbalclub HBS heeft gevoetbald, op reis richting Frankrijk. Te voet passeren ze de Belgisch-Franse grens. Het Hotel de Médicis in de Rue Monsieur le Prince 56 wordt een adrers waar hij nadien veel Engelandvaarders opvangt. Door zijn samenwerking met de Pool André Wyssogotha, die Franse en Poolse vluchtelingen via de Pyreneeën naar Spanje helpt ontvluchten ontstaat een vluchtlijn van Nederland naar Spanje. Bij deze hulporganisatie sluiten veel helpers zich aan. Zij helpen vluchtelingen aan geld, valse papieren, onderduikadressen en vervoer.
Begin december worden Wyssogotha en een aantal medewerkers in de trein van Toulouse naar Pau gearresteerd en naar Duitsland afgevoerd. Enkele weken later komt Starink in contact met de hulporganisatie 'Dutch-Paris' van Jean Weidner. Zij spreken af dat beide vluchtroutes zelfstandig blijven functioneren, maar elkaar zullen helpen. Gaandeweg gaat de organisatie van Starink c.s. geheel in Dutch-Paris op. Uiteindelijk worden velen gearresteerd, onder wie Jean Weidner zelf. Met veel geluk weet Albert Starink uit handen van de Gestapo te blijven.
Na de bevrijding van Parijs sluit Albert zich in Brussel aan bij het Nederlandse Militair Gezag, waarvoor hij tot 15 augustus 1945 werkt als eerste luitenant in algemene dienst. In die functie helpt hij mee aan het eerste herstel van het verwoeste Walcheren. Daarnaast werkt hij als verbindingsofficier voor Canadeze troepen. Op 8 mei 1945 behoort hij tot een voorhoede van Canadese bevrijders die door een enthousiaste menigte op de Coolsingel bij het stadhuis van Rotterdam wordt verwelkomd. Een dag later bezorgt hij zijn ouders op de Groot Hertoginnelaan 150 in Den Haag een levensmiddelenpakket.
Albert Starink vervult na de bevrijding nog enkele militaire functies in Nederlands-Indië en de Verenigde Staten. In 1949 keert hij naar Nederland terug en wordt hij aangesteld als ingenieur bij de Nederlandse Maatschappij voor Havenwerk in Amsterdam.
| |