Geboren op 22 juni 1913 te Den Haag
Vertrokken op 23 juni 1942
Aangekomen op 28 maart 1943
Herman Speijer - Ontsnapt dankzij een nagelvijl
Herman Speijer is op 22 juni 1913 in Den Haag geboren. Als de oorlog uitbreekt is tweede luitenant Speijer commandant van het troependetachement Alkmaar en inlichtingenofficier. Hij heeft een enveloppe met instructies gekregen die hij moet openen als de oorlog uitbreekt. Hierin staat een lijst van verdachte personen, veelal NSB'ers, die zo snel mogelijk opgepakt dienden te worden.
Na hun arrestatie worden zij in schoollokalen ondergebracht, maar na de capitulatie krijgt hij opdracht ze vrij te laten. Zijn huis in Zoetermeer wordt in beslag genomen en een kapitein der artillerie, die hem bij de arrestaties heeft geholpen, wordt gearresteerd.
Speijer duikt onder, eerst in een leegstaand pand aan de Sportlaan in Den Haag, later in de Van Soutelandelaan 43, waar ook zijn moeder, schoonmoeder en de Leidse student Van der Schriek hun toevlucht zoeken. Speijer verzamelt gegevens over de Duitsers en geeft die door aan de verzetsgroep Ordedienst. Op een dag vallen de Duitsers het huis binnen. Zijn schoonmoeder en de Leidse student worden meegenomen en overleven de oorlog niet. Speijer besluit naar Engeland te gaan.
Met een vriend neemt hij de trein naar Breda. Met hulp van Job en Betty van Niftrik steken ze bij Putte de Belgische grens over. Dan nemen ze de tram naar Antwerpen en de trein naar Brussel. Daar krijgen ze een vals persoonsbewijs. Ze vervolgen de reis met de trein naar Parijs en verder met de bus naar Châlons. Daar worden ze gearresteerd, ondervraagd en op de zolder van een gevangenis opgesloten. Met een nagelvijl maakt Herman een tralie los, waarna hij lakens en dekens aan elkaar knoopt en ontsnapt. De Duitsers die hem met honden achtervolgen, raken zijn spoor bij een rivier kwijt.
In Lyon wordt hij na verhoor bij een boer in Chauffailles ondergebracht. Hij raakt betrokken bij het Franse verzet, schrijft zich in onder de naam 'Dupont' en krijgt een vals persoonsbewijs. Via Annemasse gaat hij naar Zwitserland, maar daar wordt hij teruggestuurd. Hij gaat naar Perpignan en neemt daar contact op met Joop Kolkman, die Engelandvaarders helpt de Pyreneeën over te gaan. In een groep van ongeveer 30 personen en drie Franse passeurs (gidsen) steekt hij de bergen over. Hij bereikt Barcelona, waar Ary Kleins, de Nederlandse consul, niet in zijn verhaal geïnteresseerd is. Wel krijgt hij van de Britse consul een noodpaspoort waarmee hij naar Madrid kan reizen. De Nederlandse gezant vraagt hem in Madrid te blijven en zich in te zetten voor de opvang van zijn landgenoten.
In 1943 krijgt Speijer vanuit Londen het verzoek om naar Engeland te komen. Hij neemt de trein naar Lissabon om vandaar met de KLM naar Bristol te vliegen. Zijn ticket wordt echter aan iemand anders gegeven. Later blijkt dat dit KLM-toestel is neergeschoten. Hij neemt de volgende vlucht. In Londen moet hij eerst naar de Patriotic School, waar hij door de Britse Inlichtingendienst wordt verhoord. Daarna moet hij naar Eaton Square, waar hij verhoord wordt door Oreste Pinto. Speijer werkt daarna drie jaar voor Bureau Inlichtingen.
In 1992 beschrijft hij zijn belevenissen in 'Nederlanders in bezet gebied en in Londen 1940-1945 - Hoe het was, hoe het begon en hoe het eindigde'.
In 1993 doet hij mee aan het VPRO-programma 'Aardse Zaken' met Maarten Cieremans, Frans Dijckmeester, Bram Grisnigt, Gijs de Jong en Leen Pot.
Herman Spijer is onderscheiden met het Kruis van Verdienste en het Verzetsherdenkingskruis.
| |