Personen S

 

Johannes Daniël (John) van Spanje (engelandvaarder)

Geboren op 19 september 1918 te Haarlem/Heemstede

John van Spanje - Buchenwald

Johannes Daniël van Spanje is geboren in Heemstede op 19 september 1918. Zijn vader is leraar, maar ook reisleider en reservekapitein in het Nederlandse leger. John heeft twee jongere zussen, van wie de oudste in 1929 op 3-jarige leeftijd overlijdt. Dit heeft zo’n impact op het gezin, dat John een tijdje bij zijn grootouders woont. In brieven uit die tijd komt hij naar voren als intelligent en innemend. Ook is hij een vrijbuiter, die zijn eigen plan trekt: als 19-jarige reist hij met vrienden naar nazi-Duitsland en hij kiest voor een opleiding aan de Zeevaartschool Abel Tasman in Delfzijl, een novum in de familie.

Na zijn afstuderen in 1938 maakt hij drie reizen als stuurman, onder meer naar Nederlands-Indië, waar familie van hem woont. Tijdens zijn derde zeereis ontdekt hij dat hij kleurenblind is, wat het einde betekent van zijn nog maar net begonnen loopbaan als stuurman. Hij moet op zoek naar een nieuwe toekomst.

Op 11 december 1939 wordt John als dienstplichtige opgeroepen voor het leger. Hij komt terecht bij het 2e regiment luchtdoelartillerie en is gelegerd in Alkmaar. Voor zover bekend heeft hij in mei 1940 niet aan de strijd tegen de Duitse invallers deelgenomen.

In juni 1940 wordt John gedemobiliseerd, hij gaat een opleiding scheikunde doen aan de Middelbare Technische School in Alkmaar. In Heiloo woont hij in bij de familie Kloosterboer, voorheen heeft hij in Nederlands-Indië hun dochter leren kennen. Onduidelijk is of John zijn studie heeft beëindigd en of hij zich vervolgens moest melden bij het arbeidsbureau. In elk geval werkt hij in september 1942 als ‘Zivilarbeiter’ bij de firma Eisenwerk Geweke R.C.R. Lange in het Duitse Hagen-Haspe. In die maand ontmoet hij daar de Duitse Ingrid Mattner en haar familie.

Onduidelijk is waar hij tussen oktober 1942 en februari 1943 verblijft. Werkte hij toen bij Frits Schenkel in de Van Marnixlaan 84 te Amersfoort, zijn dienstkameraad uit de meidagen ‘40? Samen moeten ze een plan hebben gesmeed voor een reis naar Engeland. Waarschijnlijk heeft hij in deze periode Charles Bouvy ontmoet. Deze Charles zou voor een Nederlands bedrijf in Noord-Frankrijk werken en John zou via hem reispapieren hebben verkregen om bij dit bedrijf te gaan werken. Met officiële papieren van het Nederlands bedrijf kunnen ze legaal door België en Noord-Frankrijk reizen en vandaar naar de Pyreneeën voor een oversteek naar Spanje. Frits Schenkel haakt vlak voor de reis af omdat hij wil trouwen. Volgens John waren de ouders van zijn vriendin fel gekant tegen de reis. In een ongedateerde brief aan zijn ouders schrijft John: ‘Frits en ik zijn als twee vrienden op stap gegaan met een gemeenschappelijk doel voor ogen. (…) Het schijnt dat Frits het met zijn eergevoel overeen kan komen (om niet te gaan - red.). Ik kan het niet. (…) In ieder geval Mams, ik ben weer geheel de oude, weet wat ik doen ga en weet dat het lukt.’

Op 3 maart 1943 wordt John in Bayonne, vlakbij de Spaanse grens, gearresteerd. ‘Ohne Dokumente für Grenzgebiet Bayonne’, luidt de reden van zijn arrestatie. Na gevangenschap in Bayonne komt hij terecht in de gevangenis Prison de la Caserne Boudet in Bordeaux. Twee maanden later wordt hij overgebracht naar het interneringskamp Compiègne bij Parijs, waar hij met gezondheidsklachten in het kamphospitaal wordt opgenomen.

In een brief aan zijn ouders van 22 juni 1943 vertelt hij wat er is gebeurd en vraagt hij of ze hem etenswaar en kleren kunnen sturen. Hij is optimistisch over de afloop; hij heeft immers papieren voor Frankrijk. ‘Hoop op behandeling van mijn zaak en op gelukkig weerzien. Heel lang kan het niet meer duren. (…) Ben in Bayonne ‘Verhaftet’ toen ik daar voor de firma was. Heb niets meer van Charles Bouvy gehoord. (…) Hoop en bid voor spoedige en goede tijdingen. Maak je niet bezorgd om mij en blijft allen gezond. Ik vind veel kracht in gedachten aan jullie.’

Het tegendeel is echter waar. In januari ’43 is namelijk ‘Aktion Meerschaum’ in werking getreden. Deze maatregel van SS-chef Himmler bepaalt dat wie zich tegen de bezetting verzet zonder vorm van proces wordt overgebracht naar een concentratiekamp in Duitsland. Vanaf dat moment wordt het kamp in Compiègne (Frontstalag 122 Royallieu) het verzamelpunt voor politieke gevangenen.

Vast staat dat John van Spanje vanuit Compiègne naar het concentratiekamp Buchenwald is gebracht. Op 27 juni 1943 komt hij daar aan. Ruim een jaar later, op 30 juli 1944, wordt John overgeplaatst naar een buitencommando van Buchenwald: de vliegtuigfabriek Siebel Flugzeugwerke in Halle an der Saale, waar hij te werk wordt gesteld in de cartotheek. Op 13 november is hij terug in Buchenwald. Echter niet voor lange duur, want op 30 januari 1945 gaat hij - als enige Nederlander - op transport naar de Adlerwerke in Frankfurt am Main, een buitencommando van Natzweiler.

In maart 1945 komen de dodenmarsen op gang vanuit Frankfurt. Een deel van de gevangenen gaat terug naar Buchenwald, een ander deel gaat op transport naar Bergen-Belsen. Helaas is het tot op heden niet gelukt te achterhalen wat er vanaf dat moment met John is gebeurd.

Voor de Stichting WO2 Sporen deden Marco van der Sluijs en Jeroen van Zijderveld verder onderzoek. Hun verslag vindt u onder de foto’s.

Foto 4: Paneel Nationaal Ereveld Loenen