Jan Schelvis - Verdacht, maar vrijgelaten

Petrus Johannes Schelvis wordt op 17 oktober 1917 in Den Haag geboren. Hij vervult zijn dienstplicht bij het 21ste regiment infanterie. Tijdens de oorlog woont hij in Wijk aan Zee, waar hij gelegenheidsarbeider is.

In de nacht van 5/6 maart 1941 stelen een paar jongens een reddingsboot in IJmuiden, de 'Salomon Dedel'. Ze gaan ermee op weg naar Engeland, maar krijgen op zee motorpech. Ze besluiten terug te gaan en worden in Bergen aan Zee gearresteerd. Jan Schelvis wordt ervan verdacht hen geholpen te hebben met proviand en het kiezen van de boot.

In april probeert Schelvis zelf naar Engeland te gaan. De groep bestaat waarschijnlijk uit 8 personen. In de nacht van 19 op 20 april 1941 proberen zij vanuit Wijk aan Zee te vertrekken. Ze hopen dat de Duitsers die nacht de verjaardag van Hitler vieren en daardoor minder op de haven letten. Schelvis kan onverwacht niet mee omdat zijn 2-jarige broertje net is overleden.

Schelvis wordt op 21 april 1941 gearresteerd en naar het Oranjehotel in Scheveningen gebracht, waar hij door Hauptscharführer Flemming wordt verhoord, hij verraadt niemand. Op 21 mei wordt hij vrijgelaten. Op 24 juni wordt hij door het Marinegericht aangeklaagd wegens de affaire met de 'Salomon Dedel', maar wegens gebrek aan bewijs weer vrijgelaten.

Van 5 september 1944 tot 24 september 1945 dient hij bij de Binnenlandse Strijdkrachten in Noord-Holland Noord. Daarna wordt hij als oorlogsvrijwilliger ingedeeld bij het 1-4de regiment infanterie, waar hij per 1 november 1945 de rang van korporaal krijgt.

In februari 1953 gaan Jan Schelvis, zijn broer Gerard en Henricus Augustinus Slaman uit Velsen-Noord naar Middelharnis om hulp te bieden aan de slachtoffers van de watersnoodramp. Ze hebben een Amerikaanse motorbarkas, die hier eigenlijk niet zo geschikt voor is, maar zij slagen er toch in tientallen mensen uit hun benarde posities te verlossen. Ze krijgen hiervoor een pluim van Jacob Algera, de minister van Verkeer en Waterstaat.

Jan Schelvis is onderscheiden met het Verzetsherdenkingskruis, het Ereteken voor Orde en Vrede en het Mobilisatie-Oorlogskruis.