Johan Scheepmaker - Zijn huis als uitvalsbasis
De Haagse marinier Johan Scheepmaker (39) woont in de Groningsestraat 24 in Scheveningen. Hij stelt zijn woning beschikbaar als verzamel- en startpunt bij de pogingen van Peter Tazelaar en Gerard Dogger om de SDAP-politicus Stuuf Wiardi Beckman en de verzetsman Frans Goedhart op het strand van Scheveningen over te dragen aan Erik Hazelhoff Roelfzema en Chris Krediet, die de twee mannen met een motorgunboat vanuit Engeland komen ophalen.
De woning van Scheepmaker ligt ter hoogte van de golfbreker waarop Erik en Chris op 17 januari 1942 aankoersen. In de loop van de avond komen Tazelaar, Dogger, Wiardi Beckman, Goedhart, mevrouw Kiepe, Willem Pasdeloup, politieman Broer Moonen in het huis van Scheepmaker bijeen.
Om 04.10 uur geeft Peter het sein om naar het strand te gaan. Else Kiepe en de Haagse politieman Broer Moonen doen alsof ze een vrijend paartje zijn en houden op de boulevard Duitse patrouilles in de gaten. Het is ijskoud, het vriest bijna 20 graden. De Duitse nachtpatrouille is net voorbij. Peter en Gerard kruipen zo ver mogelijk de golfbreker op. Wiardi Beckman, Goedhart en Pasdeloup verstoppen zich in een leegstaand bunkertje op het strand.
Als Gerard Dogger zich naar het bunkertje begeeft wordt de stilte verbroken door Duits geschreeuw: 'Heraus! Heraus! Hände hoch!' Hij kan nog maar net duiken. Voor zijn ogen worden Wiardi Beckman, Goedhart en Pasdeloup door een Duitse patrouille ingerekend. Gerard haast zich terug naar de golfbreker en sleurt Peter het ijskoude water in. Tot hun geluk lopen de Duitsers niet verder het strand op.
Gerard trekt Peter mee naar de pier. Half bevroren schuifelen ze mechanisch het strand over richting de boulevard. Met het Kurhaus links van hen beklimmen ze een stenen trapje., rinkelend van de ijspegels aan hun kleding. In het huis van Scheepmaker worden ze met aspirientjes en jenever weer tot leven gewekt.
In de nasleep van de arrestatie van Wiardi Beckman, Goedhart en Pasdeloup wordt ook Broer Moonen opgepakt. Hij overlijdt in een concentratiekamp. Else Kiepe ontkomt aan arrestatie. Willem Pasdeloup ontkomt aan gevangenschap door voor de Duitsers te werken, maar wordt een jaar later door het verzet geliquideerd.
Over het lot van Scheepmaker is niets bekend.
| |