Wim Sap - Terug naar IJmuiden

Wim Sap (29, militair) beraamt samen met de Amsterdamse beroepsmilitair Jan Eigeman (23) een plan om naar Engeland te gaan. Eigeman heeft vanuit IJmuiden al twee vergeefse pogingen tot Engelandvaart gedaan. Met een motorboot die hij in Diemen heeft gekocht wil een derde poging wagen. Samen varen ze half april 1941 naar Alkmaar. Hun vriend Walther ter Schiphorst (23, Bloemendaal) weet aan 125 liter benzine te komen. Max Weehuizen, een student aan de Rijksluchtvaartschool in Amsterdam, voegt zich bij hen.

Ondanks het bevel van de Duitsers dat alle boten tien kilometer van de kust moeten blijven weten ze met hun vaartuig naar de Leihoek te komen, een watertje aan de voet van de Hondsbossche Zeewering. Daar verbergen ze de boot. Dijkbaas Jan Bellis heeft alles grondig met Ter Schiphorst doorgenomen.

Op de avond van 28 mei sjorren de mannen de boot op een lorry over de kruin van de zeedijk. Maar op het strand krijgen ze pech: de boot komt vast te zitten in het zand. Met veel moeite krijgen ze hem ten slotte in het water. Op volle zee komen er echter nieuwe problemen: de boot maakt water en de mannen worden zeeziek. Ze varen naar een in de buurt zijnde vissersboot uit IJmuiden en klampen aan. Hun boot slaat echter kapot tegen de zijkant van de logger. Ze stappen over op de vissersboot en worden in de haven van IJmuiden gearresteerd en afgevoerd naar de gevangenis van Scheveningen, het 'Oranjehotel'. Het Marinekriegsgericht veroordeelt de mannen tot twee jaar en vijf maanden tuchthuisstraf.

Ze overleven de oorlog, maar blijven tot de bevrijding in Duitse gevangenschap.