Jacob de Mos en de kaping van de KW110

Op 29 augustus 1942 vertrekt de Katwijkse logger KW110 met toestemming van de Duitse autoriteiten uit de haven van IJmuiden om te gaan vissen. Schipper Pieter Grootveld heeft de 23-jarige Jacob de Mos uit Scheveningen als stuurman aangetrokken. De Mos heeft zelf de bemanning mogen samenstellen. Deze bestaat uit Dirk Bakkenes, Willem Bron, Jacob Harteveld, Cor den Heyer, Jan Klein, Arie de Mos, Jan Roest, Jacob de Roode, Willem Spaans, Mink Verbaan en Nico van der Zwan. Eenmaal op zee overmeesteren ze schipper Grootveld en Jan Dijkstra, die als marconist en vertrouwensman van de Duitsers meevaart.

Op 1 september bereikt de KW110 West Hartlepool, Engeland. Grootveld en Dijkstra worden naar de gevangenis op het eiland Man gebracht. In oktober mag de bemanning bij de koningin op theebezoek. Zij is zo onder de indruk van de ontsnapping, dat ze de wit-leren margriet, die ze ter herinnering aan de opening van Oranjehaven heeft gekregen, van haar jas haalt en aan Jacob de Mos geeft. Met de woorden: 'Hier moet je altijd zuinig op zijn.'

Na zijn opleiding dient Jacob in Dover als kwartiermeester op de motortorpedoboten die onder leiding van Hans Larive vanuit de haven van Dover acties tegen de Duitse marine ondernemen.

In Engeland ontmoet hij June Gunn, met wie hij ruim 70 jaar het leven zal delen. Hij overlijdt op 29 juli 2016. Met militaire eer wordt afscheid van hem genomen.

Jacob de mos is onderscheiden met de Eremedaille in goud, het Kruis van Verdienste, het Bronzen Kruis, het Verzetsherdenkingskruis, het Mobilisatie Oorlogskruis, de Normandy Medal, de Frontline Britain Medal, de Herinneringsmedaille Normandië, het Oorlogsherinneringskruis met de gespen 'Krijg ter Zee' en 'Nederland mei 1940' en de Legion of Honor Award of the Four Chaplain Foundation. Daarnaast is hij Lid in de Orde van Oranje-Nassau en Chevalier de la Légion d’Honneur.