Elisabeth Moret - Geëvacueerde kinderen helpen
De 30-jarige Elly Moret maakt deel uit van een spionagegroep in Leiden, samen met haar vader en haar echtgenoot Felix Nauta. Als vader Moret gearresteerd wordt, zijn Elly en Felix bang dat ook zij worden gezocht. Na een jaar besluiten zij naar Engeland te gaan. Elly vindt een logger en een stuurman die mee wil gaan om het stuur over te nemen nadat ze het schip gekaapt zouden hebben.
Er komen nog vijf passagiers bij. Elly zorgt voor valse persoonsbewijzen en als zogenaamde bunkerbouwers krijgen enkele passagiers toegang tot het gebied rond de haven van IJmuiden. De anderen worden aan boord van de KW134 gesmokkeld. Ze verstoppen zich in de koelcellen die voor de vis bestemd waren.
Op 7 april 1942 verlaat het schip de haven. Als de bemanning de netten heeft uitgezet, komen de verstekelingen uit de koelcellen. De bemanning biedt geen weerstand, ze zijn immers ook Nederlanders. Enige overredingskracht is echter wel nodig om door te varen naar Engeland, want de bemanningsleden zouden hun gezin tot het einde van de oorlog niet terugzien. In Nederland wordt het nieuws verspreid dat de KW 134 helaas is vergaan.
Elly meldt zich aan bij het Vrouwen Hulpkorps, samen met Ellis Brandon, Els van Dien-Hendrix, Martha van Esso-Polak, Flora M.I. van der Laan, Marie Knapper en Emmy Rutten-Broekman. Op 13 november 1944 steken de zeven vrouwen over naar Oostende om geëvacueerde kinderen te helpen.
| |