Geboren op 16 december 1914 te Den Haag
Overleden op 07 augustus 1943 te Leusderheide bij Amersfoort
Broer Moonen - Zonder angst en met opgeheven hoofd
Adriën Moonen ('Broer', omdat hij de enige broer is in een gezin met vier zussen) is inspecteur bij de Haagse politie en wont aan de Suezkade 141 in Den Haag. Hij heeft tijdens de inval van het Duitse leger als reserve eerste luitenant der veldartillerie deelgenomen aan de gevechten bij de Grebbelinie. Na de capitulatie speelt hij een centrale rol in de Ordedienst, een verzetsgroep van voornamelijk militairen.
Broer formeert al snel een eigen cel binnen de OD, die verder bestaat uit de Wassenaarse arts Gerrit Krediet, Gerard Vinkensteijn, Gerard Dogger en Willem Pasdeloup. Als politieman kan hij zich ook na acht uur 's avonds ('Spertijd') vrijelijk door de stad bewegen. Hij zorgt voor opvangadressen, zendapparatuur en ontsnappingslijnen.
Broer heeft veel contact met Peter Tazelaar. Beiden treffen elkaar in het geheim in Haagse cafés. Als Tazelaar wordt opgepakt, praat Broer Moonen hem vrij bij de Duitse politie. De OD stuurt Peter naar Engeland, vanwaar hij samen met Erik Hazelhoff Roelfzema en de zoon van dokter Krediet - Chris - spionagemissies in bezet Nederland organiseert (het 'Contact Holland'). Tazelaar krijgt opdracht NSDAP-leider Stuuf Wiardi Beckman en verzetsman Frans Goedhart naar Engeland te brengen.
In de nacht van 16 op 17 januari 1942 worden Wiardi Beckman en Goedhart door Moonen, PasdeLoup, Tazelaar, Vinkensteijn en Dogger in een ijskoud en pikkedonker Scheveningen naar de golfbreker ter hoogte van de Groningsestraat gebracht. Daar wachten ze op de komst van Hazelhoff Roelfzema en Krediet, die beide mannen in een roeiboot zouden ophalen. De Duitsers blijken echter op de hoogte van de operatie. Tazelaar en de zijnen kunnen ontsnappen, maar Wiardi Beckman en Goedhart worden gearresteerd.
Kort daarna wordt het netwerk rond Broer verraden. In hotel Astoria tegenover station
Hollandsche Spoor wordt hij door de Sicherheitsdienst in de val gelokt en opgepakt. Hij komt terecht in de gevangenis van Scheveningen (het 'Oranjehotel'). Op 27 april 1943 wordt hij ter dood veroordeeld en op 7 augustus 1943 op de Leusderheide gefusilleerd. Hij is pas 27 jaar.
In de Haagse wijk Duttendel wordt in 1955 de 'Adriën Moonenweg' naar hem vernoemd.
Op de dag van zijn executie heeft Broer Moonen een afscheidsbrief aan zijn zussen geschreven. Te vinden bij de foto's (klik op de foto's voor een vergroting).
| |