Adri Mooij - Slachtoffer van het Englandspiel

Beroepsmilitair Adriaan Klaas Mooij uit Amersfoort (22) ontmoet in de trein Bill Boldingh, student Indisch Recht. Ze besluiten Nederland te verlaten en zich bij de geallieerde strijdkrachten aan te sluiten.

Twee dagen na het overlijden van Adri's vader vertrekken ze. De eerste etappe gaat naar Zwitserland. In Turnhout nemen ze de trein naar Luik, waar ze een paar dagen bij een vriendin logeren. Dan nemen ze de trein naar Namen, waar ze ook een goed contactadres hebben. Ze krijgen wat Frans geld en steken te voet de grens over. Dan nemen ze de trein naar Besançon en stappen een halte voor de Zwitserse grens uit. Ze lopen door 50 cm diepe sneeuw de grens over, Zwitserland in en ook weer uit, de grens heeft daar veel kronkels. Ze slapen in een hooiberg en horen de volgende dag dat ze weer in Frankrijk zijn!

Een boer wijst hen naar de grens, 400 m verderop achter de heuvel. In Les Ferrières nemen ze e trein naar Bern. Ze vallen door de mand doordat hun horloges een uur voorlopen. Ze worden naar de gevangenis in Neuchâtel gebracht. Na enkele uren worden nog vier cadetten van de Koninklijke Militaire Academie binnengebracht: Dick van Ardenne, Frans Crince le Roy, van Welsem en Jimmy White.

Twee dagen later mogen Adri en Bill met de trein naar Bern. Daar gaan ze eerst naar de Nederlandse delegatie en daarna naar de Engelse. Ze worden door de Engelsen verhoord, die zijn blij met de informatie over vliegbasis Soesterberg die Adri bij zich heeft. Daarna worden ze naar Genève gestuurd, waar ze ondergebracht worden in Hôtel du Lac in Vezenas. Acht maanden moet hij daar blijven. Adri gaat naar het Engelse consulaat om zich aan te melden voor een opleiding tot geheim agent, maar Bill wil liever naar Nederlandsch-Indië en blijft in Zwitserland.