Edzard Moddemeijer - Uit zee opgepikt

Edzard Moddemeijer (26) heeft verscheidene pogingen gedaan om naar Engeland te gaan. De laatste poging is op 23 februari 1944, samen met John Osten, Henk Baxmeier, Flip Winckel en Hein Fuchter.

De vijf jongemannen kopen samen de 'Marko', een 7 meter lange vlet , en laten er een sterkere motor in zetten. Baxmeier laat in de meubelfabriek van zijn ouders in Zoetermeer een houten buiskap maken. Hij is een ervaren zeezeiler en zorgt ook voor een mast, zeil en roeispanen. Osten krijgt van zijn vader goede zeekaarten. In december 1943 is de Marko klaar. Hij wordt naar Dordrecht gebracht en dan naar Puttershoek, in afwachting van een goed moment om te vertrekken.

Dankzij de goede voorbereiding maken de vijf studenten de enige en laatste geslaagde overtocht naar Engeland via de Noordzee in 1944. Op 24 februari om 12.30 uur pikt flight lieutenant Sidney Spencer Bates, schipper van de RAF high speed rescue launch 185, hen 65 km ten oosten van Great Yarmouth uit zee op. De Amerikaanse officier Anthony J. Hardy legt de redding op film vast omdat hij denkt dat het om neergeschoten Amerikaanse piloten gaat. Als blijkt dat het 'maar Hollanders' zijn, krijgen zij later de film mee. In opdracht van RAF Coastal Command brengen ze met het Oerlikon-boordgeschut hun bootje zelf tot zinken.

Nadat de vijf mannen in Lowestoft zijn afgezet, worden ze formeel gearresteerd en een dag later per trein en onder militaire bewaking naar de Royal Victoria Patriotic in Londen gebracht voor vier weken intensieve ondervraging door de Britse geheime dienst. Daarna worden allen nog eens drie dagen lang namens de Nederlandse regering door majoor Oreste Pinto onder handen genomen.

Moddemeijer wordt bij de RAF ingedeeld en overleeft de oorlog.