Huub van der Meulen passeert in 13 maanden 11 grenzen
Huub van der Meulen (20) uit Amsterdam besluit samen met zijn broer Louis naar Engeland te gaan. Op 17 augustus 1943 vertrekken ze met valse papieren, zogenaamd als vrijwilliger voor de bouw van de Atlantikwall, naar Normandië. Ze besluiten via Frankrijk en Italië te reizen, omdat ze de route via Spanje niet vertrouwen. Britse troepen zijn intussen op Sicilië geland en ze willen wachten tot de Britten in Calabrië zijn.
Na een moeizame tocht via het door de Italianen bezetten gebied van Frankrijk bereiken ze met hulp van plaatselijke verzetsgroepen Rome. Daar duiken ze onder in het Nederlandse priestercollege. De invasie van de geallieerden bij Anzio maakt de verdere doorgang naar het zuiden voor hen onmogelijk. Daarom besluiten ze richting Turkije te reizen. Met nieuwe valse reisdocumenten zijn ze 'Serviërs' geworden. Na een avontuurlijke tocht worden ze door de Duitsers gearresteerd en verhoord. De Duitsers willen dat ze dienst nemen in het Bulgaarse leger, omdat op de Servische papieren staat dat ze inwoners van Bulgarije zijn. Uiteindelijk komen ze via het partizanengebied in Griekenland en Turkije terecht. De Nederlandse gezant aldaar zorgt voor Turkse uniformen, waarna ze doorreizen naar de geallieerden in Syrië. In Cairo vinden ze een werkkring in het geallieerde hoofdkwartier Midden-Oosten.
In september 1944 vertrekken ze naar Londen, waar ze 13 maanden na hun vertrek aankomen. Ze zijn elf grenzen gepasseerd en door twaalf landen getrokken. Huub gaat werken bij het Bureau Bijzondere Opdrachten en Louis wordt plaatsvervangend hoofd van de Nederlandse Veiligheidsdienst.
| |