Thies Mesdag - Krijgsgevangene van de Japanners

Matthias Harald Mesdag (20) volgt een opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Samen met Paul de Jager vertrekt hij op 7 januari 1941 uit Nederland.

Ze fietsen naar Brussel, waar ze bij een kennis kunnen logeren, en dan naar Frankrijk. Voordat ze de zwaarbewaakte Somme oversteken, verkopen ze kun fietsen. Met hun Franse geld kopen ze valse papieren waarmee ze door Frankrijk mogen reizen. Met de trein gaan ze naar Parijs. Van een tandarts krijgen ze wat geld en een logeeradres in Bordeaux.

Van Bordeaux gaan ze eerst naar Marseille, waar ze Jan Plesman, Geert Overgaauw en Nol Rolvink ontmoeten. Samen gaan ze naar Pergignan, waar ze contact opnemen met Joop Kolkman, die daar vluchtelingen en Engelandvaarders opvangt. Hij regelt een doorreisvisum waarmee een hele groep via Barcelona en Madrid naar Lissabon kan reizen.

Van Lissabon willen Paul en Thies zo gauw mogelijk naar Nederlandsch-Indië. Paul wil via de Verenigde Staten gaan, waar zijn waar zijn vader militair attaché is, Thies wil via Zuid-Afrika.

De bootreis van Thies gaat langs de westkust van Afrika. Er zijn nog enkele Nederlanders aan boord. Ze blijven een week in Mozambique en nemen dan een trein naar Nelspruit in Zuid-Afrika. Vanuit Durban vertrekken ze met het schip 'de Tegelberg' naar Nederlandsch-Indië.

In Batavia ontmoet hij Paul weer, die enkele dagen eerder daar is aangekomen. Ze worden twee weken verhoord voordat ze naar Bandung mogen vertrekken. Na de aanval op Pearl Harbour vraagt Paul om overplaatsing naar de luchtmacht en zo wordt hij overgeplaatst naar Australië. Thies raakt bij de infanterie krijgsgevangene van de Japanners. Hij verblijft eerst 10 weken in een kamp in Malang, daarna wordt hij naar Thailand gestuurd om aan een spoorlijn tussen Thailand en Burma te werken, en daarna nog 15 maanden in een Japanse kolenmijn.

Na de capitulatie van Japan emigreert Thies Mesdag naar de Verenigde Staten. Hij overlijdt op 6 januari 2012 in Oregon.