Wim Melius - Terug naar Madrid

Willem Christoffel Melius (23) uit Haarlem slaagt er in 1942 in naar Zwitserland te gaan, samen met Wim van der Plas en de broers Jan en Wim Ligthelm. Begin januari 1943 zorgt helper Job van Niftrik ervoor dat ze Franse identiteitsbewijzen krijgen. Ook geeft hij hun het adres van Jean Weidner, die de Dutch-Paris ontsnappingslijn leidt.

Op 15 januari 1943 vertrekken ze uit Genève richting Barcelona. In Annemasse nemen ze de trein naar Annecy. Tijdens een controle blijken hun stempels niet te kloppen, zodat ze in Annecy aan de politie worden overgedragen. Ze vluchten na twee dagen en nemen contact op met Jean Weidner. Deze zorgt voor betere papieren.

Via Lyon en Narbonne gaan ze naar Perpignan. Met een passeur (gids) nemen ze de trein naar Balou, waar ze zich aansluiten bij een grote groep die in de nacht van 23 op 24 januari de Pyreneeën ingaat. Onderweg raken ze de broers Ligthelm kwijt (later blijkt dat Wim zijn been heeft gebroken). Het laatste stukje naar Barcelona leggen ze in een goederentrein af.

De Nederlandse consul in Barcelona regelt dat ze naar Madrid kunnen gaan. Daar krijgen ze een uitreisvisum om met de Cabo de Hornos vanuit Cadíz naar Curaçao of Suriname te gaan. De groep die naar Cadíz gaat bestaat uit ongeveer 30 Nederlanders. Dit ontgaat de Duitse consul in Cadíz niet, waarna de groep naar Madrid terug moet. Teleurgesteld, maar door het consulaat goed verzorgd, blijven ze nog weken in Madrid.

Op 31 mei 1943 passeert Melius met Joop Onnekink de Portugese grens. Buiten Lissabon worden ze ondergebracht in hotel Royal in het plaatsje Praia das Maças. Op 16 juni vliegen ze met de KLM naar Bristol.

Melius neemt dienst bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger en wordt vlieger. Hij overlijdt in 1988.