Vertrokken op 04 januari 1942 Scheveningen
Alexander Mazeï - Verraad in Scheveningen
Alexander Mazeï probeert op 4 januari 1942 met Willem van Wieringen, diens zoon Simon, de broers Philip en Albert Beek, Jan de Brabander, de broers Simon en Leo Fonteijn, Eddy Diamant, Jan de Korver, Albert Levy en Siegfried Seemannn vanuit Scheveningen naar Engeland te varen.
De boot is geregeld door de moeder van Simon en Leo Fonteijn. Haar broer heeft advies gevraagd aan Aalbert de Jong, een voormalige Scheveningse haringvisser, wiens boot in beslag was genomen. De Jong werkt op vliegveld Ypenburg. Daar werkt ook Dirk Storm, eveneens uit Scheveningen. Storm is een NSB'er, maar dat wist De Jong niet. Hij vertelde Storm dat hij een boot zoekt voor Joden die willen vluchten.
Enkele uren voor het vertrek is het schip, de SCH 81, de haven van Scheveningen binnengelopen. Het schip is door de Duitsers geleend van NSB'er Simon Vrolijk, een van de directeuren van de Scheveningse N.V. Vischhandel, Reederij en IJsfabriek v.h. Frank Vrolijk. De Korver en De Brabander lopen op 4 januari met Eddie Diamant naar de haven, ieder een aktetas met een pistool en wat eten onder de arm. Ze komen als eersten aan boord. Ook de anderen komen aan boord en Van Wieringen betaalt De Jong ongeveer 5.000 gulden. Storm zal als schipper meegaan. Wegens te harde wind wordt het vertrek uitgesteld.
Intussen arriveren twee politiewagens bij het schip. De vluchtelingen en hun bagage worden van boord gehaald en naar de gevangenis van Scheveningen gebracht.
Alleen Jan de Korver en Jan de Brabander overleven de concentratiekampen.
| |