Edgar Asselberghs (1925-2005)

Edgar Asselberghs en zijn oudere broers Erik (1923) en Victor (1920) zijn in Essen (België) geboren. Erik is al in 1942 naar Engeland is gegaan. In 1943 gaan Edgar en Victor op weg naar Engeland. In Spanje worden ze echter gearresteerd en naar het kamp bij Miranda de Ebro gebracht. Edgar wordt eerder vrijgelaten dan Victor en wacht diens vrijlating in Madrid af. Samen gaan ze via Lissabon naar Engeland. Ze worden toegewezen aan de Prinses Irene Brigade, waar ook hun broer Erik in dienst is. Edgar en Victor maken na augustus de opmars van de geallieerde legers richting België, Nederland en Duitsland mee.

In april trok Eddie naar Hedel waar ze een bruggenhoofd moesten maken aan de overkant van de rivier. Er werd veel gevochten. Op 14 mei kwam het bericht van de capitulatie. Daarna pas zag hij Erik weer. Ze gingen naar Wageningen, waar wapens, voertuigen en schoenen gepoetst werden voor de intocht, eerst door Utrecht, waar de broers hoopten hun ouders te zien, en vandaar door naar de regeringsstad waar de brigade op 8 mei door burgemeester De Monchy werd ontvangen. Een dag later zagen de broers elkaar voor het eerst weer bij hun ouders in Utrecht.

Na de oorlog wordt Edgar arts in Utrecht. Vervolgens wordt hij geneesheer-directeur van de Eindhovense Bedrijfsgezondheidsdienst.

Edgar Asselberghs is Officier in de Orde van Oranje Nassau en drager van het Kruis van Verdienste (KB 6-6-1944), het Oorlogsherinneringskruis en het Verzetsherdenkingskruis.

Over zijn ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef hij het boek 'Tussen licht en donker'.